Jaarverslag EFSA onthult algemene toename zoönosen en uitbraken van door voedsel overgedragen ziekten

Ondanks de turbulente tijden waarin we leven, blijven hygiëne en voedselveiligheid van het grootste belang in de voedingsindustrie. Deze industrie probeert kosten te besparen om de stijgende grondstof- en energieprijzen het hoofd te bieden en de marges op peil te houden. Ondanks dit alles is hygiëne, waaronder reinigen en desinfecteren van installaties, en de voedselveiligheid onverminderd van belang om het voedsel met de hoogst mogelijke veiligheidsgaranties op onze tafels te krijgen. Alleen op die manier kan, naast een beleid op controle van de dierengezondheid, de toename van menselijke ziekten als gevolg van de consumptie van bedorven voedsel worden aangepakt.

Jaarverslag EFSA

Het recente jaarverslag dat de EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid) en het ECDC (Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding) onlangs hebben gepubliceerd, bevat gedetailleerde gegevens over het voorkomen van de belangrijkste door de EU-lidstaten en andere Europese landen gemelde zoönosen. Daaruit blijkt dat er in 2021 sprake was van een algemene stijging van het aantal gevallen van zoönosen en uitbraken van door voedsel overgedragen ziekten ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit heeft mogelijk te maken met de COVID-19-bestrijdingsmaatregelen die in 2021 nog van kracht waren. En, niet te vergeten, met het vertrek van het VK uit de Europese Unie, waardoor gegevens uit het VK niet meer in dit verslag worden meegeteld.

In 2021 meldden de 27 EU-lidstaten en Noord-Ierland 4.005 door voedsel overgedragen uitbraken, wat 29,8% meer was dan in 2020, en 32.543 gevallen bij mensen, een stijging van 62,6% ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze gegevens liggen dicht bij wat er in de periode 2017-2019 werd gemeld, vóór de pandemie. Wat de overdracht van door voedsel overgedragen ziekteverwekkers betreft, wijst dat volgens de EFSA op een mogelijke geleidelijke terugkeer naar de eetgewoonten van vóór COVID-19 in 2021.

Hoewel het verslag uitbraakcijfers laat zien die vergelijkbaar zijn met die van vóór de pandemie, wordt deze trend doorbroken door voedsel overgedragen listeriose-uitbraakgevallen, die hoger waren dan in 2019 en hun hoogste niveau tot nu toe noteerden. Deze toename van door Listeria monocytogenes veroorzaakte gevallen is volgens het EFSA-rapport waarschijnlijk het gevolg van het gebruik van technieken voor ‘whole genome sequencing’, waarmee de bacteriesoort die de uitbraak veroorzaakt zeer nauwkeurig kan worden opgespoord en gedefinieerd.

Uit een analyse van de geregistreerde uitbraken in Europa in 2021 blijkt echter dat de meest voorkomende oorzaak van uitbraken Salmonella was, met name S. Enteritidis (met 19,3% van het totaal), waarvan in 773 gedetecteerde uitbraken van salmonellose veroorzaakt door de inname van eieren en eiproducten. Daarnaast namen de uitbraken in verband met de consumptie van producten in de categorie “groenten en sappen en andere afgeleide producten” in 2021 aanzienlijk toe in vergelijking met voorgaande jaren, aldus de EFSA. Deze uitbraken werden gevolgd door Campylobacter-uitbraken, die opliepen tot 249, en 23 Listeria-uitbraken, waarbij de laatste leidde tot de dood van 12 mensen. Dit cijfer stijgt tot 208 als we rekening houden met de gegevens van het ECDC die niet afkomstig zijn van lokale uitbraken.

De twee meest gerapporteerde ziekten

Het verslag bevat ook het totale aantal gemelde gevallen van zoönosen, die niet noodzakelijk verband houden met uitbraken. In 2021 waren de twee meest gemelde ziekten bij mensen campylobacteriose en salmonellose, beide gerelateerd aan maag-darmproblemen, met in totaal respectievelijk 127.840 en 60.050 gevallen. Campylobacteriose blijft de meest gemelde zoönose. Het aantal gemelde gevallen steeg vorig jaar met 7.000 meldingen in vergelijking tot 120.946 in 2020, waarbij kippen- en kalkoenvlees de meest voorkomende bron van deze ziekte was. Salmonellose was de tweede meest gemelde ziekte. Deze twee ziekten werden gevolgd door yersiniosis met 6.789 gevallen, die vaak in verband wordt gebracht met de consumptie van onvoldoende gekookt varkensvlees of groenten, infecties veroorzaakt door Escherichia coli – die de Shiga toxine produceert – met 6.084 gevallen en listeriose met 2.183 gevallen in heel Europa. Beide agentia kunnen ernstige en zelfs dodelijke ziekten veroorzaken, vooral bij bevolkingsgroepen met een hoog risico, zoals mensen met een zwak immuunsysteem, kinderen, zwangere vrouwen en ouderen.

Figura 1. Casos confirmados de zoonosis en la UE en 2021 (Fuente: EFSA)

EFSA Journal 2022.20:e07666

Uit de resultaten blijkt dat een goede hygiëne van de installaties en een bio veiligheidsbeleid in de veehouderijen van het grootste belang zijn om het risico van door voedsel overgedragen infecties te verminderen. In die zin is het essentieel om te wijzen op o.a. het belang en strikte naleving van programma’s voor hygiënecontrole, en de implementatie van specifieke programma’s tegen bepaalde pathogenen (bv. salmonella bij pluimveepopulaties zoals fokkippen, legkippen en slachtkuikens). Kortom, herziening en actualisering van de reinigings- en desinfectieprotocollen is noodzakelijk om de trend die wij in het jaarverslag van de EFSA constateren, om te buigen.

Auteur

Joan Estornell
Marketing Manager Food Hygiene bij Christeyns. Bachelor in de informatiewetenschappen. Master in Reclame Accounts Management. Strategische Innovatie in Marketing en Reclame (UAB). Master in Digital Business. Digitale Marketing (ESIC Business & Marketing School). Cursus hygiënist in de voedingsindustrie (Betelgeux).

Similar Stories

Perazijnzuur en het coronavirus

Perazijnzuur en het coronavirus

De huidige coronapandemie (COVID-19) is veroorzaakt door het SARS-CoV-2-virus. Een ingekapseld coronavirus, gevormd door een enkele RNA-streng. Het virus wordt…